Open kerk met Vakwerk in handwerk

In de zomertijd zijn twee bijzondere open kerkdagen, namelijk op 20 juni en 1 augustus. Die dagen is een aantal kerken in Hilversum open in het kader van Kerkarchitectuur Hilversum. Het thema is dit jaar Kerk en Kunst en bij ons krijgt het de ondertitel Vakwerk in handwerk. De paramenten (kazuifels, antependia, wandkleden) die in de vorige eeuw door mevrouw Bep Veerman – de Jong zijn gemaakt worden uit de kast gehaald en tentoongesteld.
U bent welkom in de open kerk van 13.00 tot 16.30 uur.

Meer over Bep Veerman – de Jong leest u in dit artikel dat eerder (2010) in De Oud-Katholiek te lezen stond:

‘Heer, ik heb de luister van uw huis bemind.’

Bewijzen van de oud katholieke liefde voor de liturgie en de waardige aankleding van kerk en priester liggen in sacristieën opgestapeld. De Hilversumse parochiane Bep de Jong heeft daar in de jaren ‘70 en ‘80 het hare aan bijgedragen. Ze stelde haar vaardigheid in dienst van de Heer en zijn kerk. 

Wie Bep zag –een klein vrouwtje, meestal gekleed in jurken die een paar modes achterliepen of in een jas van konijnenbont die nog van haar moeder was geweest– kon niet vermoeden dat zij de fraaiste kazuifels en stola’s vervaardigde.

Ze werd in 1902 geboren in Hilversum en groeide op in de oud-katholieke parochie. In de Gooise landhuizen kreeg zij veel waardering voor de feestkleding die zij maakte. Aan deze periode kwam een einde door haar huwelijk met weduwnaar Wouter Veerman. Zijn ziekbed en sterven brachten haar in crisis. Zij klom uit dat dal door een nieuwe levenstaak. Haar ervaring als naaister ging ze gebruiken voor het vervaardigen van liturgische kleding en wandkleden. Ze was creatief en had een verrassend gevoel voor vormgeving, ook moderne. Allereerst profiteerde haar eigen pastoor en parochiekerk daarvan. Maar ook anderen: pastoors, dominees en anglicaanse geestelijken. Ondanks de liefde voor haar eigen kerk wist ze de Kerk van Christus groter. Voor een zwarte priester uit de Caraïben maakte zij een knalgeel kazuifel met daarop een palmboom. Omdat geel geen liturgische kleur is, had ze het er moeilijk mee. Uiteindelijk moest ze toegeven dat het voor een kerk in de tropen wellicht goed zou voldoen.
Bep genoot van de waardering en was trots op haar Sint-Maartenspenning. Zelfs met toenemende reumaklachten werkte zij tot diep in de avond door. Toen dat onmogelijk werd verloor zij een stuk levenslust. In 1993 overleed zij. Bij haar uitvaart hield ik de preek naar aanleiding van een wandkleed met daarop het hemelse Jeruzalem… 

Wietse van der Velde.